De huidige regeling (RVU) van het vroegpensioen loopt tot 2025. Via de RVU kunnen werknemers met een zwaar beroep eerder stoppen met werken. De RVU voorkomt dat (oudere) werknemers met een zwaar beroep een inkomensgat hebben totdat zij de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken.
Over deze uitkering betaal je als werkgever minder belasting als een oudere werknemer eerder stopt met werken, maximaal 3 jaar voordat de AOW-leeftijd bereikt wordt.
Verruiming RVU-uitkering
De hoogte van de uitkering die werknemers momenteel ontvangen, is vergelijkbaar met de hoogte van een netto AOW-uitkering voor een alleenstaande (€1.200). Op basis van de gemaakte afspraken in het onderhandelingsakkoord hebben werkgevers en werknemers de mogelijkheid om dit bedrag maandelijks met €300 te verhogen. Op deze manier wordt de RVU-regeling toegankelijker gemaakt voor werknemers met een laag inkomen of met weinig aanvullend pensioen.
Gerichtere aanpak
In het akkoord spreken de partijen af om de RVU-regeling meer gericht in te zetten, zodat het vroegpensioen mogelijk wordt voor werknemers die het echt nodig hebben. Daarvoor zullen de sociale partners de cao-afspraken over de RVU moeten onderbouwen.
Dit houdt in dat de RVU-afspraken in de cao's altijd een onderbouwde afbakening van de doelgroep moeten hebben die gericht is op de belastende functies en werkzaamheden. Als extra controle beoordeelt een door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid erkende derde partij deze afbakening.
De gerichtere aanpak kan in een later stadium ook vorm krijgen in wetgeving, waaruit blijkt dat de RVU-regeling specifiek gericht is op werknemers met zwaar werk.
15.000 deelnemers
Vanwege de arbeidskrapte wil het kabinet voorkomen dat te veel werknemers gebruikmaken van de vroegpensioenregeling. Daarom blijft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het RVU-gebruik rapporteren.
Bij de signaalwaarde van 15.000 deelnemers gaan kabinet en sociale partners gezamenlijk in gesprek over de oorzaken en de gerichtheid van de regeling. Ook hebben ze daarbij de mogelijk om bij te sturen als ontwikkelingen niet aansluiten bij de gemaakte afspraken in het akkoord.
De achterban
Werknemers- en werkgeversorganisaties leggen het onderhandelaarsakkoord de komende periode voor aan hun achterban. Als zij hiermee instemmen, gaan het kabinet en sociale partners verder met het uitwerken van de verschillende maatregelen.