Demissionair kabinet wil onafhankelijkheid cao-partijen wettelijk vastleggen

De wet moet ervoor zorgen dat vakbonden onafhankelijk blijven van werkgevers, zodat de balans tussen werkgevers en werknemers behouden blijft.

Demissionair kabinet wil onafhankelijkheid cao-partijen wettelijk vastleggen
Nederland, Den Haag, 2 okt. 2025 Mariëlle Paul VVD Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tijdens debat in de tweede Kamer. Foto: ANP / Hollandse Hoogte / Peter Hilz

Dat schrijft demissionair minister Mariëlle Paul van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) in een brief waarin ze de Tweede Kamer informeert over onderhoud van het cao- en avv-stelsel.

De noodzaak voor een wettelijk toetsingskader komt voort uit recente jurisprudentie en een verzoek van het Comité van Experts dat toeziet op de naleving van internationale arbeidsverdragen. Hoewel het onafhankelijkheidsvereiste een uitgangspunt is in het huidige cao-stelsel, is het nu niet expliciet vastgelegd in de Nederlandse wetgeving.

Dat deze eis van onafhankelijkheid van cao-partijen niet in nationale wetgeving is vastgelegd, ervaart demissionair minister Paul als kwetsbaar. Door dit wettelijk te regelen, wordt een kader gecreëerd op grond waarvan de rechter de onafhankelijkheid van cao-partijen kan beoordelen.

Noodzaak voor het onderhoud

Het wettelijk vastleggen van de onafhankelijkheid van werkgevers- en werknemersorganisaties vormt een onderdeel van het algehele onderhoud dat de overheid wil gaan uitvoeren aan het cao-stelsel. HR-professionals moeten rekening houden met vier beleidstrajecten die de komende tijd in nauw overleg met de sociale partners worden uitgewerkt:

  1. Organisatiegraad van werknemers- en werkgeversorganisaties.
  2. Onafhankelijkheid van vakbonden.
  3. Avv- en dispensatiebeleid.
  4. Cao-dekkingsgraad.

Uit de verkenning van het ministerie van SZW blijkt dat veel werknemers en werkgevers onvoldoende kennis hebben van vakbonden, cao’s en het cao-stelsel. Meer dan de helft van de werknemers (55,2%) heeft nooit serieus nagedacht over lidmaatschap van een vakbond. Ook voor (nieuwe) werkgevers is het niet altijd vanzelfsprekend om aansluiting te zoeken bij een werkgeversorganisatie. En het feit dat er een cao is, wordt vaak als een vast gegeven beschouwd.

Daarnaast blijkt uit de meest recente cijfers van het CBS blijkt dat in Nederland de cao-dekkingsgraad op 72,5% (2024) ligt. Dit percentage daalt al geruime tijd. Tegelijkertijd neemt het absolute aantal werknemers onder een cao niet af. Het lijkt er dus op dat het aantal werknemers dat werkzaam is in sectoren zonder cao toeneemt. Het ministerie SZW wil deze trend keren en richt zich op het vergroten van kennis en draagvlak voor het cao-stelsel.

Organisatiegraad werkgevers- en werknemersorganisaties

De organisatiegraad van werkgevers- en werknemersorganisaties vormt een belangrijk aandachtspunt in de plannen van SZW. Hoewel sociale partners zelf verantwoordelijk zijn voor ledenwerving, is een hoge organisatiegraad nodig voor een sterke sociale dialoog. Om meer inzicht te krijgen in de organisatiegraad van werkgevers, laat het ministerie nader onderzoek uitvoeren. Dit onderzoek richt zich op subsectoren en onderzoekt factoren die invloed hebben op lidmaatschapsontwikkelingen.

Het ministerie ondersteunt de oproep aan cao-partijen om afspraken te maken over het faciliteren van toegang tot de werkvloer voor vakbonden, zodat zij hun (potentiële) achterban kunnen spreken.

Procedures rond avv en dispensatie

Het algemeen verbindend verklaren (avv) van een cao maakt deze van toepassing op een gehele sector, inclusief bedrijven die geen deel uitmaken van een werkgeversorganisatie. Dit bevordert een gelijk speelveld en voorkomt concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Dispensatie biedt bedrijven de mogelijkheid om vrijstelling te krijgen van een avv-cao.

Hoewel de procedures rondom avv en dispensatie doorgaans soepel verlopen, constateert het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) dat in sommige sectoren vertragingen optreden. Deze vertragingen worden vaak veroorzaakt door discussies over de werkingssfeer van de cao en de vraag of dispensatie al dan niet verleend moet worden. De huidige open normen in het dispensatieproces kunnen leiden tot langdurige discussies, wat resulteert in periodes zonder cao en onzekerheid over de geldende arbeidsvoorwaarden.

Het ministerie bekijkt de mogelijkheden om de huidige criteria voor dispensatie te verduidelijken en de dispensatieroute te vereenvoudigen. Dit moet gebeuren zonder afbreuk te doen aan het doel van avv, namelijk het voorkomen van concurrentie op arbeidsvoorwaarden.

Verduidelijking sociale voorwaarden

Een van de maatregelen om de cao-dekkingsgraad indirect te ondersteunen, ligt op het vlak van aanbestedingsregels. Momenteel voeren de ministeries van Economische Zaken (EZ) en SZW gesprekken over het inbedden van (meer) sociale voorwaarden in het aanbestedingsrecht.

Er bestaat een brede wens om de aanbestedingsregels te versimpelen. Het streven is om daarbij de mogelijkheden en onmogelijkheden van het opnemen van sociale criteria, zoals arbeidsvoorwaarden uit een cao (of algemeen verbindend verklaarde cao), bij aanbestedingen te verduidelijken.

De Stichting van de Arbeid ondersteunt dit idee en heeft opgeroepen om sociale criteria, zoals arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, op te kunnen nemen als gunningscriteria bij (publieke) aanbestedingen.

Dit zijn de voorwaarden waarop een aanbestedende dienst (zoals een overheid of publieke organisatie) bepaalt aan welke partij een opdracht wordt gegund. Ze worden gebruikt in aanbestedingsprocedures om offertes objectief te vergelijken.

Vervolg

De komende tijd werkt het ministerie van SZW de aangekondigde maatregelen verder uit in nauw overleg met sociale partners en volgt er nog een internetconsultatie. Blijf op de hoogte via de wetgevingskalender op PW.

Rajiv Ramlakhan is jurist arbeidsrecht en redacteur van PW.

Onderwerpen aanpassen

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.